daggedachte 28 april 2020

Verbeeldingskracht

De Deense wiskundige, uitvinder en dichter Piet Hein (zelf zegt hij dat hij een afstammeling is van de zeevaarder Piet Hein, van de zilvervloot) vertelt over een gesprek dat hij had met Albert Einstein:

foto: Ethan Kent op Unsplash

‘Toen we het eens hadden over het belang van de verbeelding, vertelde ik Einstein over iets dat ik een keer had meegemaakt: Het was aan het strand. Een jongetje van een jaar of vijf probeerde platte steentjes over het stille wateroppervlak te laten scheren. ik vond dat hij er niet veel van terecht bracht. Met de typische bemoeizucht van een volwassene pakte ik een platte steen en gaf een demonstratie van hoe het wel moest. Ik vond dat ik het er heel behoorlijk vanaf had gebracht. Op wel twintig punten waar de steen het water had geraakt, vormden zich kringen op het oppervlak.

Het jongetje had mij beleefd gadegeslagen en toen de rimpelingen weggetrokken waren, keek hij me aan en zei: ”Ja, ronde kringen, dat kan ik allang, nu probeer ik vierkante.”

Einstein moest lachen en zei: “Doe hem mijn vriendelijke groeten en zeg hem dat hij er niet over in moet zitten, als het hem niet lukt; het belangrijkste is dat hij op het idee kwam van de mogelijkheid.”