“Luister”
Geschreven door willem‘LUISTER’
Alles begint met luisteren. Het dagelijkse Joodse gebed begint met het ‘Sjema Jisrael’ (‘Luister, Israel’). Het getijdengebed in de katholieke traditie opent de dag met de ‘luisterpsalm’ 95. En de moeder van alle kloosterregels, de Regel van Benedictus, inmiddels ook ontdekt door managementgoeroes, doet de aftrap op de stip met het woord ‘luister’. De oproep tot en de bereidheid tot luisteren zijn in deze tradities het voorteken voor het dagelijks leven. De tekst uit Deuteronomium 6,
die de kern is van het ‘Sjema Jisrael’, laat daarbij op subtiele en verdichte wijze zien, hoe het luisteren naar Gods Woord het hele bestaan doordrenkt in zijn dimensies van ruimte en tijd: thuis en onderweg, privé en in het openbaar, van vroeg tot laat, vandaag en morgen.
Nu is luisteren niet zonder meer onze favoriete bezigheid. Er is ook een terechte argwaan gegroeid tegen het ‘luisteren’ naar gezaghebbende teksten, door de slechte ervaringen die we hebben gehad met een autoritaire gehoorzaamheidscultuur. Als we al luisteren, dan liever naar onze ‘innerlijke stem’ of naar elkaar. Dat laatste wordt gekoesterd door degenen die zijn gehecht aan begrip, dialoog en verstaan.
Nu zijn het luisteren naar de innerlijke stem enerzijds en het luisteren naar elkaar anderzijds ook geen succesformules. Het obsessief ‘naar zichzelf luisteren’ heeft de laatste tijd alleen maar geleid tot verdwazing, onredelijke gelijk-hebberigheid en ondermijnend gedrag. En het begripvol naar elkaar luisteren leidt niet tot oplossingen, als de problemen urgent zijn, als er veel op het spel staat, als de tijd dringt – en zeker niet als evidente feiten worden geloochend.
Het getuigt daarom van een grote wijsheid, als de Joodse en de christelijke traditie het leven plaatsen onder het voorteken van het luisteren naar die éne Ander, naar de Derde. Het luisteren schept dan een temperende driehoeksverhouding. Ik negeer de naaste niet, omdat mijn innerlijke stem zo overtuigend is. Ik geef de ander ook niet grenzeloos gelijk, omdat dialoog en begrip zo politiek correct zijn. We zwijgen bescheiden en geven eerst het woord aan de Derde, aan God als waarborg voor de humaniteit. Dat maakt ons bescheiden in onze pretenties. Maar we laten de uitkomst van het gesprek ook niet onbeslist in het midden. Er zijn immers zaken, die geen kwestie van smaak zijn en niet voor discussie vatbaar.
Eric Corsius