Godsdienstwetenschap
God mag zich dan wel niet laten kennen in direct contact of in tekenen, gelovigen laten zich wel kennen. Zij zijn dan ook een dankbaar onderzoeksobject en bron van kennis voor godsdienstwetenschappers.
Waar gaat moderne godsdienstwetenschap over?
Godsdienstwetenschap bestudeert godsdienst vanuit wetenschappelijk perspectief. Het doel daarvan is inzicht verkrijgen over oorsprong, functie en betekenis van religieus denken. Daarbij wordt niet gezocht naar de waarheid van godsdienstige opvattingen.
Het onderzoek van de godsdienstwetenschap richt zich op de vraag welke geschiedenis, functie en betekenis religieuze opvattingen hebben voor de gelovigen die deze aanhangen. De manier waarop dit wordt onderzocht wordt ‘intersubjectief’ onderzoek genoemd. Er wordt dus gekeken naar de betekenis van geloof voor en de beleving van een groep mensen (die eenzelfde religieuze overtuiging aanhangen). Want gelovigen laten zich kennen: ze uiten zich in religieus gedrag en religieuze ideeën. Zo laten ze zien wat ze geloven en welk godsbeeld ze hebben. Dat is wat godsdienstwetenschap onderzoekt.
Theologie
Die invalshoek maakt ook het verschil met de theologie als wetenschappelijke discipline. In de theologie is niet de gelovige mens onderwerp maar is de bijbel uitgangspunt en onderwerp van onderzoek.
Toch is er een overeenkomst tussen moderne theologie en godsdienstwetenschap: namelijk dat er zoveel mogelijk gevaren wordt op de rede, op feitelijkheid en dat het metafysische -‘de openbaring’- zoveel mogelijk buiten de wetenschappelijke beschouwing wordt gehouden.
De bijbel wordt binnen de moderne theologie dan ook volgens de kritisch-historische methode gelezen. Godsdienstwetenschap laat dat bijbelonderzoek buiten beschouwing en richt zich op de politieke en culturele context van religie. Bovendien houdt ze zich ook bezig met niet-westerse en niet-christelijke religies. Interessant is dat er zich in de ontstaanstijd van de godsdienstwetenschap een aantal wetenschappers op beide vakgebieden bewogen. Zij waren zowel als (modern) theoloog als godsdienstwetenschapper actief.
Moderne theologie
De moderne theologie ontwikkelde zich in de negentiende eeuw in een tijd dat de moderne wetenschap ontstond en technologische en industriële ontwikkelingen een vlucht namen. In een tijd dus, waarin het moderne leven en het moderne denken zich ontwikkelde.
Binnen de moderne theologie gold toen het inzicht dat godsdienst ofwel religie een algemeen-menselijke behoefte is. Gelovigheid moest zodanig ook als een natuurlijk verschijnsel worden gezien. Waarheidsclaims werden daarbij losgelaten. Ook speelde het verschil tussen ‘leken-gelovigen’ en theologen. De manier waarop beide groepen hun kennis over God vergaarden en hun interpretatie van de bijbel liepen steeds meer uiteen. De kwestie was of de (moderne) theologie de gelovige leken moest onderwijzen in de moderne theologie en de historische bijbelkritiek om zo het christelijk geloof te behouden? Of zou deze wetenschappelijke waarheid de gewone gelovigen juist de kerk uit jagen?
C.P. Tiele
Interessant is hierin de rol van C.P. Tiele (1830-1902). Tiele was een Remonstrants theoloog èn godsdienstwetenschapper en een ruimdenkend gelovige. Als godsdienstwetenschapper vond Tiele dat men eerlijk moest zijn over de inzichten van de moderne theologie. Daarin was hij uniek: als een van de eersten bepleitte hij openheid naar gelovigen. Ook al zouden ze een waarheid horen die hun wereld- en godsbeeld misschien zou schokken, maar daarmee nam hij ze wel serieus. Wellicht juist vanuit zijn vak als godsdienstwetenschapper. Hij meende dat mensen zich vanzelf zouden afkeren van het geloof en de kerk wanneer ze niet deelden in die moderne kennis. Dat openheid over wetenschappelijke inzichten over de bijbel en geloof de ontkerkelijking uiteindelijk niet heeft kunnen tegenhouden heeft Tiele niet voorzien.
Remonstranten
Dat C.P. Tiele als Remonstrant èèn van de godsdienstwetenschappers van het eerste uur was, is geen toeval. Want Remonstranten vinden dat razend interessant: hoe geven gelovigen zelf vorm aan godsdienst, aan hun religie? Wat maakt hun geloof? Hoe maken ze hun geloof? Het motto van de Remonstranten is niet voor niets: geloven begint bij jou.
God laat zich niet kennen? Gelovigen laten zich wel kennen, want gelovigen geven uiting aan hun persoonlijke beeld van God. En daarin laat God zich wel kennen.